Herseninfarct, hersenbloeding of TIA

herseninfarct en hersenbloeding

Een herseninfarct of hersenbloeding wordt ook wel een CVA (cerebro vasculair accident) of beroerte genoemd.

Een herseninfarct

Bij een herseninfarct krijgen de hersenen geen zuurstof, doordat er een vernauwing of afsluiting is opgetreden in een slagader. In het gebied achter deze vernauwing of afsluiting ontstaat het infarct. De afsluiting kan door verschillende oorzaken ontstaan, bijvoorbeeld door een ontsteking van de bloedvaten, aderverkalking of bij hartklachten.

TIA

Een TIA wordt ook wel aangeduid als een licht herseninfarct. De bloedtoevoer naar de hersenen is tijdelijk verstoord, en de symptomen verdwijnen weer snel. Vaak binnen 30 seconde. Er is sprake van een TIA als alle klachten binnen 24 uur zijn verdwenen.

Uit (Brits)onderzoek blijkt dat rond 70% van de mensen die een TIA hebben gehad toch lange termijn effecten ervaren, zoals geheugenproblemen, slechter bewegen, problemen met spraak en moeilijkheden rondom begrijpen van taal.

Een hersenbloeding

Bij een hersenbloeding scheurt er een bloedvat in de hersenen, waardoor er bloed het brein instroomt. Dit kan voor druk op de hersenen zorgen. Het gebied achter de scheur krijgt te weinig zuurstof en kan hierdoor afsterven.  

Het is belangrijk om snel te handelen als er symptomen ontstaan die wijzen op een herseninfarct, TIA of hersenbloeding. Bij een herseninfarct kan er binnen de eerste 3 uur vaak een sterk stolsel oplossend middel toegediend worden (trombolyse),  waarmee de klachten kunnen verdwijnen.

Gevolgen

De symptomen die ontstaan na een herseninfarct of hersenbloeding zijn wisselend wat betreft aard, ernst en de locatie van het hersenletsel.

Een aantal voorbeelden op een rij:

  • Lichamelijk: verlamming of krachtsverlies van een arm of been aan 1 zijde van het lichaam, moeite met het coördineren van bewegingen, slikproblemen en veranderingen in gevoel.
  • Cognitie: geheugenproblemen, vermoeidheidsklachten, overprikkeling, concentratieproblemen, moeite met plannen, moeite met tijd inschatten, verminderd initiatief nemen, verminderd inzicht hebben in eigen (on)mogelijkheden, moeite met herkennen van voorwerpen of mensen.
  • Visuele klachten: een vermindering van het gezichtsveld, dubbelzien, wazig zien, moeite met focussen.
  • Stemmingsklachten: stemmingsklachten, angst, ongeremdheid, geïrriteerdheid

De gevolgen van het hersenletsel zijn voor elk persoon verschillend, ook naar gelang de activiteiten die je onderneemt en welke vaardigheden je hierbij nodig hebt. Het is vooraf niet te voorspellen wat de gevolgen zullen zijn op je leven. Zo kunnen bijvoorbeeld subtiele problemen in de fijne motoriek van de vingers een groter probleem zijn als je pianist bent of problemen met planning voor meer hinder zorgen als je weer wilt werken, dan wanneer je dit niet meer doet.

Informatie over ergotherapie bij een CVA of TIA.